Het Verhaal van McConnel, 90 jaar marktleider in Armmaaiers!

Waar het ooit allemaal mee is begonnen

Het bedrijf werd in 1935 opgericht door ingenieur Frederic Whigmore McConnel – in de sector bekend als ‘Freddie’. Het begon als F.W. McConnel Ltd, gespecialiseerd in fruit sorteermachines. Eén van zijn eerste successen was een gepatenteerde appel-sorteerder, het F.W. Grader Model G, die telers in staat stelde fruit te sorteren op grootte en gewicht – een van de eerste stappen richting automatisering in de fruitsector. Rond dezelfde tijd resulteerde een samenwerking met uitvinder George Hinds in de ‘Flying Finger’, een mechanische hopplukker, ontworpen voor de bloeiende hopsector in de regio. Freddie’s vroege werk weerspiegelde de behoeften van de regio – Herefordshire, Worcestershire en Shropshire – toen een centrum voor topfruit- en hopproductie. Maar het was de mechanisering van heggen knippen die uiteindelijk het bedrijf zou definiëren.

Na de Tweede Wereldoorlog gaf Freddie, meer geïnteresseerd in techniek dan in dagelijks management, het roer over aan majoor Richard Beesley. In die periode was een toevallige ontmoeting met een Schotse boer en uitvinder genaamd Gilmour van doorslaggevend belang. Gilmour had een concept ontwikkeld voor een aan de tractor gemonteerde heggenknipper – een idee dat aansloeg bij Beesley en McConnel, gezien de uitgestrekte, overwoekerde heggen in het naoorlogse Groot-Brittannië. Samen brachten ze het idee tot leven.

In 1948 introduceerde McConnel ’s werelds eerste tractor-gemonteerde heggenknipper – de Mid-Mount Mark I – op de Royal Show in York. De machine kostte £90 en werd aanvankelijk met scepsis ontvangen door boeren, die betwijfelden of een mechanische oplossing handmatig snoeien kon evenaren. Maar na talloze demonstraties bewees de machine zijn waarde – en zette McConnel op het pad om ’s werelds toonaangevende fabrikant van heggenknippers te worden. In 1949 bracht McConnel ook de All-Work zaagbank uit, een zeer succesvol product dat de onderneming haar eerste nationale onderscheiding opleverde: de Zilveren Medaille van de Royal Highland Agricultural Society. Tegen 1952 waren er meer dan 10.000 stuks verkocht.

Groei door Samenwerking en Innovatie

Door de jaren heen werkte McConnel nauw samen met gelijkgestemde ingenieurs en vernieuwers. Freddie McConnel werkte met baanbrekende figuren als Arthur Hosier – uitvinder van de mobiele melkstal – en Douglas Bomford, een productieve ontwerper van landbouwmachines. Gezamenlijke projecten leidden tot meerdere patenten, waaronder voor graanoogstconcepten onder de naam McConnel Bomford Ltd. Door de stijgende verkoop van heggenknippers en zaagbanken verhuisde het bedrijf in de jaren 50 naar een groter pand in Temeside Works in Ludlow – nog steeds de thuisbasis van McConnel.

In 1953 werd de Power Arm geïntroduceerd in de vorm van de PAU – een revolutionair concept dat de heggenknipper omvormde tot een veelzijdige, hydraulisch bediende gereedschapsdrager. Deze innovatie legde de basis voor McConnel’s succesvolste productlijn.

In de jaren 50 en 60 breidde het bedrijf zijn assortiment uit met o.a. sleufloze drainage-apparaten, front-gemonteerde heggenknippers en zwenkbare graafarm-achtige Power Arms. De PA5 en PA6 met geavanceerde hydrauliek en achtermontage verbeterden het zicht van de bestuurder en versterkten McConnel’s reputatie als praktische en vooruitstrevende ontwerpers. In 1965 overleed Richard Beesley, die het bedrijf in 1945 had overgenomen. Als gevolg van hoge successierechten werd McConnel overgenomen door de Wolseley-Hughes Group, wat financiële stabiliteit en nieuwe energie bracht.

Uitbreiding in de Jaren ‘70 en ‘80

De jaren 70 brachten meer innovatie. McConnel betrad de suikerrietindustrie met de Cane Harvester en bracht de prijswinnende Balepacker uit – een machine die het opruimen van kleine hooibalen revolutioneerde. De Balepacker won in 1975 een Gouden Medaille van de Royal Agricultural Society of England. In datzelfde jaar werd fors geïnvesteerd in de locaties in Ludlow en Knighton, hoewel een wereldwijde landbouwcrisis later de groei belemmerde.

In 1977 lanceerde McConnel de PA22 heggenknipper – een goedkopere, kabelbediende uitvoering met brede exportmogelijkheden – gevolgd door de Shakaerator, een PTO-aangedreven diepgronder die verdichte bodem losmaakte en drainage verbeterde. De Shakaerator werd een favoriet onder Britse boeren. In 1980 bereikte McConnel een omzet van £10 miljoen met export naar meer dan 80 landen. De vroege jaren 80 zagen de introductie van de PA24 en PA25 – lichtgewicht Power Arms voor kleinere tractoren. In 1984 zetten de Hy-Reach Extra en Extra Plus nieuwe normen op het gebied van bereik en prestaties.