Het hagen knippen gebeurt in de regel in ons land toch altijd één of twee keer per jaar. Bij snel groeiende hagen kun je dan flinke takken hebben, tot wel 80 centimeter lang en vijftien millimeter dik. In ons omringende landen wordt in sommige gevallen om de paar jaar geknipt. Dabekausen heeft hiervoor het eigen Power RM 1250 Pro-maaidek, dat is uitgerust met vier messen en met een werkbreedte van 1,25 meter. Dit kan plantaardig materiaal tot een diameter van 25 millimeter aan. Dit maaidek is mede met het oog op wat zwaardere bestanden ontwikkeld, maar het is ook geschikt voor het fijnere maaiwerk.
Als je hiermee in zwaardere bestanden met vakmanschap en het nodige verstand de snelheid aanpast, lukt het maaien en tegelijk afzuigen prima. De kans dat te lang materiaal tot verstoppingen leidt, is echter reëel, niet alleen bij heel grof, maar ook bij dunner materiaal. Stukjes van zo’n tien millimeter dikte met een lengte van rond de vijftien tot twintig centimeter kunnen heel hinderlijk de pijp ergens blokkeren. Dan is het de trekker of zelfrijder uit, kloppen en tegelijk zuigen.
Hakselaar opbouwen
De specialisten van Dabekausen in Echt bedachten dat dat anders moest kunnen. Ze kwamen op het idee om een hakselunit van een versnipperaar te monteren op het Power-maaidek. Ze kozen voor een niet te groot en zwaar exemplaar dat wel het nodige kan verstouwen. Het werd uiteindelijk een rotorhakselaar met tegenmes met een doorlaat van 120 millimeteren een breedte van 320 millimeter. Deze wordt hydraulisch en in serie met het maaidek aangedreven, waarbij beide altijd synchroon lopen. Er zijn enkele versterkingen aangebracht om het iets hogere gewicht van rond de 50 kilogram te compenseren. Als de hakselaar is gemonteerd, loopt hij altijd mee.
‘DOOR HET VERSNIPPEREN IS DE VULLINGSGRAAD VAN DE OPVANGBUNKER VEEL GROTER’
Afgelopen najaar heeft Dabekausen proefgedraaid. Uiteraard produceert de versnipperaar wat extra geluid, maar dat valt in het niet bij de voordelen. Het bleek in duurtests al snel dat de opbouw van de hakselaar meer bracht dan alleen minder verstoppingen. Door alles vooraf te versnipperen, gaat het materieel veel gemakkelijker door de afzuigpijp en wordt de Matev-bunker met een inhoud van 1650 liter veel beter gevuld dan met grover materiaal.
Afhankelijk van het soort materiaal pak je hier zo een kwart tot een derde hogere vullingsgraad. Tweede grote winstpunt is dat de machinist ook sneller kan gaan rijden. Hij weet dat de kans op verstoppen kleiner is en hoeft daardoor minder ‘defensief’ te rijden.
Als de trekker op een vlak oppervlak rijdt, kan een rij- en maaisnelheid van meer dan 5 km/u worden bereikt, zo is gebleken bij de duurtests. Gemiddeld ligt de werksnelheid in de praktijk tussen de 1,5 en 3,5 km/u, mede doordat de armmaaier is uitgerust met de proportionele besturing van McConnel. Al met al praat je situatieafhankelijk over mogelijk wel dertig tot vijftig procent capaciteitswinst.